INLEIDING
Dit is het tweede artikel van een reeks van zes over het bankroet van de democratie. De reeks werd eerder op Commomsensetv gepubliceerd in de nazomer van 2020.
Gezien de recente ontwikkelingen in ons land en de verregaande plannen van het huidige Haagse regiem, worden steeds meer en meer mensen wakker. Als daadwerkelijk onafhankelijk nieuwskanaal laat Commonsensetv samen met tientallen andere kanalen de ‘andere kant van het nieuws zien’. Nieuws niet gekleurd door politieke correctheid of politiek opportunisme. Dus mocht u tot de categorie mensen behoren op zoek naar het nieuws achter het staatsgoedgekeurde ‘nieuws’, wees welkom op Commonsensetv!
HET BANKROET VAN DE DEMOCRATIE
In deze serie wordt onderbouwd waarom onze democratie definitief bankroet is. Op grond van feiten, cijfers en onderzoek wordt het politieke apparaat onder de loep gelegd, stap voor stap geanalyseerd en gewogen op het democratisch gehalte. Aan de orde komen:
- Artikel 1 – Over het zwaktebod en armoe troef. Zijn er redenen aan te wijzen dat ons land voortdurend kampt met falende bestuurders?
- Artikel 2 – De mythe van de invloed van de kiezer. Hoeveel blijft er daadwerkelijk over van de veelgeroemde invloed van de kiezer?
- Artikel 3 – Over kadaverdiscipline en de volksvertegenwoordiging. Hoe vult het parlement haar grondwettelijke wetgevende en controlerende taak eigenlijk in?
- Artikel 4 – De mythe van de onafhankelijke rechter. De grondslag van een democratisch rechtsstaat staat of valt met een onafhankelijke rechtspraak. Hoe is het daar eigenlijk mee gesteld?
- Artikel 5 – Over burgers, bestuurders en bedorven bestuurscultuur. Hoe gaan overheden in de praktijk daadwerkelijk om met burgers ?
- Artikel 6 – Over democraten en deskundigheid. Hoe zou de democratie opnieuw vormgegeven kunnen worden?
DEEL 2 – DE MYTHE VAN DE INVLOED VAN DE KIEZER
In deel 1 kwam de oorzaak aan de orde waarom we kampen met zoveel ondermaatse bestuurders en volksvertegenwoordigers. Samengevat, er zijn maximaal zo’n 32.000 kandidaten beschikbaar voor ruim 12.000 functies. Dat is per politieke functie slechts 2,6 kandidaten. En een van die 2,6 kandidaten moet precies exact de juiste mix van vakinhoudelijke kennis, organisatorisch inzicht, bestuurlijke vaardigheid en financieel inzicht Vanuit de optiek van vraag en aanbod en de juiste persoon op de juiste plaats, is dat armoe troef.
In dit deel kijken we naar de daadwerkelijke invloed van de kiezer. De kiezer, het electoraat met een mooi Haags woord, wordt voor de verkiezingen gepaaid met Verkiezingsbeloften. Ze vliegen hem rond de oren; het CDA zal dit, de PvdA zal dat, de VVD zorg dat u, de SP maakt zich sterk voor, de PVV belooft. U kent het wel. Partijen hebben daarmee maar één doel; de stem van de kiezer trekken opdat zij op het pluche landen om zo hun utopische ideaalwereld te verwezenlijken in het Belang van Het Volk. Uiteindelijk maakt een deel van de kiezers plichtsgetrouw de vierjaarlijkse gang naar het stemlokaal en maakt een hokje rood. En daar houdt de invloed van de kiezer op.
De Grote Belofte
Elke verkiezingscampagne start in achterkamertjes, pardon, vergaderruimten waar men filosofeert over ‘hoe het anders moet’. Een klein comité van lokale afdelingen en later de regionale afdeling van de partij denkt daarover na. Uiteraard filosofeert de partijtop daar ook over maar waarschijnlijk niet in een zaaltje van het plaatselijke dorpscafé maar op een fraai resort of in een Bilderberg-hotel. Verslagen worden geschreven met wensen, ideeën, aanbevelingen en adviezen van plaatselijke en regionale afdelingen en ploffen bij de partijtop op tafel. Zij leggen deze naast hun eigen plannen en dat alles mondt uit in een groot partijcongres ergens in den lande. Daar mogen De Leden zich uitspreken over de definitieve Grote Beloften, het verkiezingsprogramma waarmee de partij zich tijdens de verkiezingscampagne zal profileren richting de kiezer.


Dat klinkt buitengewoon democratisch en van ‘van onderop’. Maar uiteindelijk beslist de partijtop, en dat is slechts een handjevol mensen, over de inhoud van de campagne. Zij organiseren het partijcongres, stellen de agenda op, stellen het lijstje verkiezingsbeloften samen uit de bijdragen ‘van onderop’, bepalen de koers van de partij. Dat tijdens een partijcongres fundamentele koerswijzigingen nog aan de orde zijn, mogen we gerust vergeten. Wanneer je zoekt naar ‘onvrede partijcongres’ en een politieke partij, zijn er voldoende voorbeelden dat het congres het niet eens is met de partijtop. Zoals in dit geval bij de SP. Of deze bij de Partij van de Dieren. En wat denkt u van deze bij de PvdA.
Vergeet niet, slechts 2,4% van Nederlandse bevolking is lid van een politieke partij (minder dan 320.000 mensen) en daarvan zal minder dan 10% (32.000 personen) zich actief zal bezighouden met dit proces. Kortom, de invloed van ‘de kiezer’ op de samenstelling van partijprogramma’s is volstrekt denkbeeldig.
De Kieslijst


Dan is er de kwestie van de kieslijst. De kieslijst kent verkiesbaren, de ‘reservebank’ en de zogenaamde lijstduwers. Verkiesbaren zijn de partijleden die een politieke functie ambiëren en krijgen wanneer de partij in de coalitie komt. De reservebankers zijn de ‘opschuivers’. Die politieke stoelendans gaat zo. Jantje wordt wethouder namens de partij en Pietje schuift op naar de plek van Jantje in gemeenteraad. Later wordt wethouder Jantje ziek en Pietje wordt nu wethouder. Marietje schuift naar de plek van Pietje. Lijstduwers, zoals BN-ers en sporters, moeten stemmen trekken maar staan op een onverkiesbare plek; lokkertjes dus. Een vorm van kiezersbedrog volgens velen.
Dan is aan de orde, wie op een verkiesbare plaats komt en zo ja, op welke plek. Onderlinge meningsverschillen zijn voortdurend het geval. Google maar eens ruzie over kieslijst en u ziet wat ik bedoel. Politieke partijen hebben er belang bij om tijdens de campagne de kiezer een gesloten front presenteren. Die ruzies moeten onder de radar blijven anders lukt dat natuurlijk niet. En dat beïnvloedt de kieslijst. Liever iemand hoog op de kieslijst die zich neerlegt bij wat de partijtop eist dan een vrijdenker die zijn mond open doet tijdens de campagne dat hij of zij het niet eens is met de voorgestelde koers. Bovendien, een falend kopstuk wordt zelden weggestuurd en komt desondanks toch weer op een verkiesbare plaats. En ook hier zijn slechts een handjevol van de in totaal 320.000 partijleden betrokken. En de invloed van de kiezer op de samenstelling van de kieslijst? Nul komma nul.
De Verkiezingen
De verkiezingsprogramma’s geschreven, de kieslijst vastgesteld, de campagne gevoerd en dan, verkiezingen! Daarvan daalt het opkomstpercentage gestaag. Voor de Tweede Kamer valt het mee maar de trend voor de provinciale, gemeentelijke en zeker de Europese verkiezingen is dramatisch. Wanneer percentages dalen tot 55% (gemeenteraad 2018), of daaronder (47,5 %, provinciaal 2015) en instorten (37,4%, EU 2014) verliest de uitslag zijn betekenis in de zin van draagvlak bij de kiezer. Is de opkomst lager dan 50% dan is er zelfs geen sprake meer van dat de meeste stemmen tellen! In mooi Haags, dan vervalt het primaat van de politiek. Toch is zelfs bij 1% opkomst een verkiezing gewoon geldig! Een situatie een democratie onwaardig.
Reeds in 2017 berichtte onder andere de Raad voor het Openbaar Bestuur dat Nederland gebukt gaat onder een ‘alarmerende democratische (vertrouwens)crisis’. Pikant detail, het artikel is nu niet niet meer terug te vinden. De schuld voor die vertrouwenscrisis wordt, hoe is het mogelijk, gelegd bij, jawel, de kiezer. De kiezer zou apathisch zijn, de politiek niet langer vertrouwen (!), en zich in verkiezingstijd wispelturig gedragen. Maar de kiezer is niet gek, zo kopt de Groene.
Dalend vertrouwen is de belangrijkste reden om niet te stemmen (Bron: NOS).
Politici plengen dikke krokodillentranen over het gebrek aan vertrouwen bij de kiezer. Klopt dat eigenlijk wel? Ja, dat klopt. Nou, vraag een Nederlander eens welke politicus hij, zonder voorbehoud, de helft van zijn jaarsalaris toe zou vertrouwen om er iets zinnigs mee te doen. Het antwoord dat ik al jaren krijg, varieert van diepe denkrimpels, niet één, gestamel en heel, heel af en toe de naam van een politicus met de nodige mitsen en maren. Nog nooit kreeg ik een fris en vrolijk antwoord zonder voorbehoud. Toch geeft elke kiezer met zijn rode hokje wel carte blanche aan een willekeurig politicus om de helft van zijn jaarsalaris te spenderen! En voor u begint te sputteren over die helft van het jaarsalaris, zelfs de laagste schijf van uw inkomstenbelasting is op een haartje na al 40%. En ook niet sputteren over ‘willekeurig politicus’, lees verder en het wordt u duidelijk waarom.
De Verkiezingsuitslag
De stemmen geteld, het aantal zetels bekend en nu gaan de kopstukken de uitslag ‘interpreteren’. De winnaars wrijven zich in de handen bij het vooruitzicht op het pluche. En, ahum, om hun Grote Beloften waar te gaan maken natuurlijk. De verliezers proberen het pak slaag van de kiezer weg te wuiven: de partij geeft het kabinet – waar ze deel van uitmaakten – de schuld (CDA 1994), een andere partij profileerde zich beter als oppositiepartij (SP 2019), de kopman pakt de schuld (v.d. Speck PvdA), de kopman krijgt de schuld (Melkert PvdA 2002), de kiezer is bang gemaakt door andere partijen (Samsom PvdA 2014), ruziënde incompetente jonkies in de fractie (GroenLinks 2012), de opkomst van een andere partij (VVD-er Dijkstal, 2002 die de PVV onderschatte). En Rutte (maart 2019) neemt een voorschot op mogelijk verlies van de VVD bij de komende verkiezingen; het ligt aan de opkomst van FvD en niet zijn eigen falende beleid. Inderdaad, het gevoerde beleid wordt nooit genoemd als reden voor hun verlies. Trek uw eigen conclusies. De manier hoe de uitslag moet worden uitgelegd, wordt bepaald door de partijtop, geadviseerd door hun spindokters.
De invloed van de kiezer op deze ‘interpretatie’ en de consequenties voor de coalitie is nul komma nul.
De Coalitievorming
De coalitievorming is een vaak langdurig en magisch proces dat weken, zo niet vele, vele maanden kan duren. In die periode is het de taak voor de zittende regering ‘de winkel open te houden’. In het ongeschreven staatsrecht zouden zij geen belangrijke beslissingen mogen nemen. Maar ja, wanneer je zoals Rutte 299 dagen (!) de tijd neemt, tja, dan kunt u zelf wel invullen wat er toch gebeurt.
In theorie horen verkiezingen een reinigend effect te hebben op de politiek; de winnaars vormen de nieuwe coalitie en de verliezers vangen bot. Maar niets is minder waar. Landelijk werden SP en PVV ondanks enorme verkiezingswinst kunstig op een zijspoor gezet bij de coalitievorming. Sterker nog, de PVV werd (en wordt!) voor de verkiezingen al luidkeels door diverse ‘democratische’ partijen tot een onaanvaardbare coalitiepartner bestempeld. Dat lot treft ook FvD. Het zogenaamde cordon sanitair. Politici zweren bij hoog en laag dat ‘iedereen erbij hoort’. En in dezelfde adem worden PVV- en FvD-kiezers, bij elkaar zo’n 16% van de kiezers, zonder gewetensbezwaar bij het grofvuil gezet. Dat is een op elke zes kiezers. En tegelijkertijd krokodillentranen over gebrek aan vertrouwen bij de kiezer!?!? Begrijpe wie begrijpen kan.
Om nog wat extra zout in de wonde te strooien van de kiezer, komen verliezende partijen toch doodleuk in de coalitie terug om toch maar een meerderheid te kunnen vormen. Zelfs een weggestuurd kabinet is niet kansloos. De conclusie van de parlementaire onderzoekscommissie inzake de toeslagenaffaire was vernietigend. Rutte en zijn handlangers dienden te vertrekken. Ze hadden meer dan acht jaar lang de bevolking, de Tweede Kamer, de pers en weet ik wie al nog niet meer bedrogen, belogen, misleidt, de rechtsstaat ondergraven. Strafrechtelijk gezien was er sprake van corruptie, fraude, valsheid in geschrifte , inzet van illegale middelen en ga zo maar door.


Het resultaat? Geen van de betrokkenen draait de bak in waar ze thuishoren en na de verkiezingen van 2021 treedt de roverhoofdman Rutte, de langdurigst betrokkene bij de hele affaire en opperregiseur van de hele doofpotoperatie, opnieuw aan als premier.
En, wanneer die coalitie dan is gevormd, wordt de kiezer dan geraadpleegd of de coalitie ook zijn steun verdient? Nee, natuurlijk niet. De reden bij uitstek voor die afwijzing door de kiezer zou gemakkelijk het afgesloten regeerakkoord kunnen zijn. Het is duidelijk, de invloed van de kiezer op de coalitievorming zelf en de procedures hoe die tot stand komt is nul komma nul.
Het Regeerakkoord
Tijdens de coalitieonderhandelingen kijken partijen of ze ‘elkaar kunnen vinden’. Centrale vraag: ‘Wat heb jij ervoor over om samen met ons in de coalitie te komen?’ Het wisselgeld bestaat uit drie dingen: (1) gedane verkiezingsbeloften, (2) hoeveel posten elke partij krijgt en (3) welke partij krijgt dan welke post. Dat is plat gezegd handjeklap, koehandel.


De uitkomst van die koehandel mondt uit in een vuistdik regeerakkoord waarmee elke kans tot politiek of publiek debat bij voorbaat knock-out wordt geslagen. Zo’n proces baart geen mooie nakomelingen. Het bekendste voorbeeld, de Paarse kabinetten (VVD, PvdA en D66). Onder regie van deze rare bedpartners zagen vele beleidsmatige maaksels het levenslicht. Gewrochten die de heer Pim Fortuyn haarscherp fileerde in zijn boek De Puinhopen van acht jaar Paars. Precies dezelfde waar ook Tjeenk Willink aan refereert in zijn toespraak in 2013 in Amsterdam met als titel De Verwaarloosde Staat. (zie daarvoor Het bankroet van de democratie – Deel 1).
Even terug naar de invloed van de kiezer, daar ging het immers om. Stel, een kiezer maakt een bewuste keuze voor een partij. Dus geen onderbuikgevoel, tegenstem of ‘het is zo’n aardige man/vrouw’. Hij/zij kiest bewust op grond van zeven van de tien belangrijkste verkiezingsbeloften die partij en kleurt het hokje rood. Maar bij het handjeklap – de onderhandelingen – levert die partij drie van die zeven mooie beloften zomaar in. En dat is nog niet alles. De partij van die kiezer accepteert zonder slag of stoot een drietal beloften van andere partijen. Zaken die wellicht bij uitstek de reden waren waarom die kiezer nooit op een van die andere partijen zou stemmen. Nou, dan sta je er (rood)gekleurd op als kiezer. Zou die kiezer inderdaad zijn/haar steun gegeven hebben aan die partij als hij/zij dat had geweten? Of aan die coalitie? Dat zou wel eens vies tegen kunnen vallen. Bovendien, een garantie dat de vier overblijvende beloften de komende vier jaar überhaupt waargemaakt worden, krijgt hij/zij ook al niet. Conclusie, het wordt eentonig, invloed van de kiezer op het regeerakkoord is nul komma nul.
Vervalste verkiezingsuitslagen
Verkiezingen horen eerlijk te verlopen. De Grondwet is over het stemmen echter uiterst summier. De Grondwet vermeldt alleen dat de verkiezingen worden gehouden bij geheime stemming (art. 53, lid 2) en de rest, zo zegt de Grondwet, wordt bij wet geregeld (art. 59). De Grondwet geeft zo opdracht dat de wetgever (regering plus 2e en 1e Kamer) een Kieswet moet maken waarin de rest is geregeld. Deze regelt hoe het stemmen precies moet verlopen, wie mag stemmen, de kandidaatstelling, het tellen van de stemmen en ga zo maar door. Dat opent de mogelijkheid dat de Kieswet gemanipuleerd wordt in het voordeel van de grote partijen. En aangezien de politieke partijen zelf de politici leveren die wetten maken en goedkeuren geeft dat reden tot zorg. Maar er is meer.
Het bekende rode potlood wordt nog nauwelijks gebruikt. Stemmen gaat veelal met een stemmachine. Die dingen zijn qua beveiliging zo lek als een mandje. De Nederlandse actiegroep Wij vertrouwen stemcomputers niet heeft dat ook stevig onderbouwd. Dat stemcomputers destijds in 2006 niet deugden werd bevestigd door eigen onderzoek van de staat. Maar 2019 bleken stemcomputers opnieuw zo lek als het spreekwoordelijke mandje Maar ja, in wiens belang is het eigenlijk dat die stemcomputers niet betrouwbaar zijn?
Kort na de Tweede Kamer verkiezingen van 2021 gingen er stemmen op dat er sprake was van verkiezingsfraude. Daar zijn meerdere redenen voor. Bijvoorbeeld de verrassende uitslagen in Rotterdam, Groningen en Venlo. Dit zijn traditioneel socialistische bolwerken. Maar niet in 2021 blijkbaar. Rotterdam stemde massaal D66, Groningen heeft, net als Venlo, plotseling een zwak voor de VVD.
De Kiesraad voerde bovendien op het laatste moment allerlei wijzigingen door in de wijze en procedures rondom het stemmen zelf en het tellen ervan. Concreet, Kasja O. stond op het zeer fraudegevoelige stemmen per post door risicogroepen onder de dekmantel van ‘coronagevaar’. Ook ondersteuningsverklaringen voor nieuwe partijen verdwenen plots toen het vereiste aantal werd benaderd. Kasjo O. keurde tijdens de drie (!) verkiezingsdagen ook nog effe 8.000 afgekeurde stembiljetten alsnog goed. Verder was er sprake van niet verzegelde stembussen met stembiljetten erin waar nog met het rode potlood werd gestemd. Trek uw eigen conclusies.
Conclusies
De kiezer heeft geen invloed op:
- de verkiezingsprogramma’s van de partijen;
- de samenstelling van de kieslijsten;
- de procedures die eerlijke verkiezingen garanderen;
- de interpretatie van de verkiezingsuitslag;
- de coalitiesamenstelling;
- het regeerakkoord.
In mijn optiek is de invloed van de kiezer nul komma nul. Bepaalde groepen kiezers stemmen (bijna) niet en zo gaat hun stem verloren. Althans, dat is het verhaal dat altijd trouw wordt opgelepeld. Ik betwijfel of hun stemmen de uiteindelijke uitkomst, coalitie plus regeerakkoord, echt zullen beïnvloeden. Ook niet bij een opkomst van 100%. De Haagse mechanismen zijn zo ingericht dat de partijbonzen immers altijd een manier vinden om aan de uitslag de door hen gewenste draai te geven. In het volgende deel bekijken we de mythe van de invloed van de volksvertegenwoordiging.
Ik wens u allen vrijheid en de wijsheid er zorgvuldig mee om te gaan.
Karel Nuks
Deel I
https://commonsensetv.nl/het-bankroet-van-de-democatie-deel-1
Deel III
https://commonsensetv.nl/het-bankroet-van-de-democratie-deel-3/