De Chinese economie draait tot op zekere hoogte op “de illussie van oneindige groei”, gebaseerd op buitenlandse investeringen. De investeringen en het extra BBP worden vervolgens ingezet om extra infrastructuur aan te leggen en nog meer investeerders te lokken. Echter leidt dat niet tot lange-termijn stabiliteit voor de economie: Een hoop van de nieuwe infrastructuur wordt niet gebruikt (spooksteden, wegen naar niemandsland, etc.), omdat de economische groei lager uitviel dan het Regime had voorzien.
Wegens angst voor politieke en economische instabiliteit, vanuit Beijing, hoeven we ook niet te rekenen op feitelijke cijfers over de Chinese economie: Slechte cijfers zouden immers leiden tot vluchtende investeerders en paniek onder Chinese burgers en bedrijven.
Zal de Chinese economie hiervan op korte- of midden-termijn herstellen?
Zeer onwaarschijnlijk.
-De export-georiënteerde economie heeft te leiden door vraaguitval in het buitenland
-China’s verantwoordelijkheid in de verspreiding van het virus, leidt ertoe dat meer en meer landen China economisch zullen vermijden.
-Vertrekkende buitenlandse investeerders.
Bij elkaar opgeteld kijkt China aan tegen een decennium van stagnatie, dat heeft ook voor de rest van de Wereld een impact, maar voornamelijk voor China zelf.
Tarl Warwick – ‘De Papieren draak (Chineze Economie) begint te branden: China’s economische malaise’